Dat vendelen een stel sterke armen en een goede coördinatie vergt, ondervond uw reporter tijdens een cursus vendelzwaaien in Westerlo. Veel deelnemers zijn er deze keer (gelukkig) niet, de meeste leden zijn op pad voor het Teerfeest van Sint-Sebastiaan, de patroonheilige van vele handboogschutters. “Ze gaan vanavond bij de sponsors langs, de cafés.” De leden van de gilden eten en drinken graag, zo blijkt. Maar ze zetten ook mooie tradities zoals boogschieten, roffelen, vendelen en dansen verder. “’t Zit allemaal in m’n vlag, de weemoed en de lach, de vreugde en de sleur van elk dag.”
Hier wordt de stelling dat jongeren niet geïnteresseerd zijn in de gilden onmiddellijk weerlegt. Samen met Joeri Verstappen (17) en Maarten Lauwereys (17) en onder het toeziend oog van Jos Van Eyken probeerde ik de vlag te beheersen. Dat bleek echter niet zo gemakkelijk als ik dacht. De mannen zwaaien met een vlag van 5 kilogram, de vrouwen nemen doorgaans een iets lichter exemplaar van 3 kilogram. Maar ik vind het toch nog steeds een onhandig ding. Mijn collega-vendelaars, Joeri en Maarten, doen aan boogschieten en vendelen. De andere disciplines van de gilden, dansen en roffelen, interesseren hen minder. Zijn de jongens ook geïnteresseerd in de geschiedenis rond de gilden? “Neen”, klinkt eensgezind. “Maar dat komt later nog wel”, repliceert Jos.
Vendelzwaaien is natuurlijk meer dan… zwaaien met een vlag. Zo kom ik te weten dat er een ‘vlagprotocol’ bestaat, je mag bijvoorbeeld nooit over een vlag stappen. Zeker in Amerika is het geen aanrader, daar is het zelfs pure volkverlakkerij. Bij ons mag de koning als enige wel over een vlag wandelen. Dat gebeurt bij de gildengroet, het is een soort eerbetoon aan de koning en betekent onderwerping en de aanvaarding van zijn gezag.
We beginnen de cursus met een reeks van de jongmansgilde van Leefdaal, een jongmansgilde die in tegenstelling tot de andere wél overleefde. “Die gilden bestonden uit ongehuwde mannen”, legt Jos uit. “Rond 1700 verdienden jonge mannen weinig en moesten ze sparen om een gezin te stichten. Daardoor trouwden ze laat, pas tegen hun dertigste. Dat was tegen de zin van de plaatselijke pastoor die de jongmansgilden verbood. Die van Leefdaal is echter wél blijven bestaan, tot op vandaag.”
Hm, een carrière als vaandelzwaaister tussen al die ongehuwde mannen… Helaas, “vrouwen werden niet toegelaten in de jongmansgilden”, aldus Jos. Zonde.
“De vlag moet op de juiste manier opgerold worden om ze af te rollen”, legt Jos met engelengeduld uit. Dat afrollen doe je niet zomaar, maar al zwaaiend met de vlag. Ja, dat lukt me nog net. Daarna wordt het moeilijker, we moeten de vlag rond ons lichaam zwaaien. Ik strekt mij arm voor me uit en neem met de andere hand over om de vlaggenstok rond mijn middel te draaien. Na enkele keren ben ik er mee weg… denk ik. Maar als we het daarna met de andere hand moeten doen, vraagt het toch even een denkoefening. Voor vendelzwaaien beschik je best over een beetje coördinatievermogen en concentratie. Daarna moeten we hetzelfde doen, maar dan ter hoogte van de knieën. En dan moeten we de vlag rond één been zwieren terwijl we het andere been opheffen. Mijn evenwicht blijkt dan nog eens wankel, maar ook daar heeft Jos een oplossing voor “concentreer je op een punt en blijf daarnaar kijken.” Inderdaad, het werkt. Al maakt mijn vlag niet dezelfde sierlijke bewegingen als mijn buurmannen. “Je moet je zeker niet schamen omdat het niet onmiddellijk lukt”, troost Jos me nog. “Vendelaars lachen niet met elkaar, ze helpen elkaar.” Terwijl ik er lustig op los zwaai, zie ik in mijn ooghoeken dat de twee jongens toch een beetje ingehouden lachen. Maar het is hen vergeven.
Deze cursus werd georganiseerd door de Hoge Gildenraad der Kempen vzw (HGK). De HGK is een overkoepelende organisatie en werd opgericht in 1952 met de bedoeling het gildenleven in de Kempen te stimuleren en te coördineren. Bij de HGK zijn ruim 70 gilden aangesloten. Er wordt met vijf verschillende wapens geschoten: de voetboog, de balansboog, de kleine kruisboog, de handboog en de buks. Naast schieten is er aandacht voor dansen, vendelen en roffelen. Ook de gildebezittingen en het aantreden of schoon inkomen van de gilden, vormen het voorwerp van onderlinge wedstrijden (gildenfeesten en landjuwelen). Onder de auspiciën van HGK worden elk jaar drie festiviteiten georganiseerd waarbij alle Kempense gilden met elkaar in competitie treden.